woensdag 25 september 2013

Mijn HBS leraren

Aan veel van de leraren en leraressen die mij tijdens mijn HBS periode les hebben gegeven bewaar ik herinneringen. In die herinnering spittend vroeg ik mij af wat er van hen geworden was na zoveel jaren. De volgende bloemlezing is een combinatie van persoonlijke herinneringen en speurwerk op het internet.

Nederlands

Hierbij kregen we les van de heren N. Snel, van Steenwijk en G.Willemsen.
Geppy Willemsen was afkomstig uit Weesp en heel populair bij de meisjes. Maar helaas voor hen kaapte de dochter van de commandant van het korps Mariniers, generaal Von Nas, hem weg.
De heer Van Steenwijk was een begenadigd pianist en een (te) aardige man. Hij kon helaas geen orde houden maar ik behoorde tot degenen die medelijden met hem hadden en deed daarom niet mee met de wanorde die vaak in zijn klas heerste.

De `Lodewick` deel 2 van 1880 tot heden 
De heer Snel woonde met zijn gezin bij ons in de buurt. Ik herinner mij nog, dat hij bolknak sigaren rookte.
Hij was al lang leraar en gaf les volgens een traditionele methode.
Hierbij werd gebruik gemaakt van de `Lodewick`, jarenlang hèt standaard lesboek voor Nederlandse letterkunde.  H.J.M.F. Lodewick was een onvermoeibaar schrijver van schoolboeken: tussen 1955 en 1983 publiceerde hij elf boeken ten behoeve van het literatuuronderwijs. In de loop der tijd zijn er meer dan 1 miljoen exemplaren van zijn boeken verkocht. De zgn Lodewick was het tweedelige werk Literatuur, geschiedenis en bloemlezing (1958-1959) dat tientallen drukken beleefde. Het is een classic, die door vele generaties middelbare school leerlingen in de jaren zestig en zeventig is gebruikt.
In mijn ogen waren het zeer traditionele en ouderwetse lesboeken, vooral Deel 2 waarin uitgebreid het werk van de Tachtigers werd geanalyseerd en dat voor de jeugd van toen dodelijk saai bleek.
Mijn 8 jaar jongere echtgenote heeft (in Amsterdam) les gehad van de vermaarde Nederlandse leraar Piet Calis, die het vernieuwende lesboek  Het spel en de knikkers (samen met F.P. Huygens en B.W.E. Veurman, 1972-'73) schreef, dat de beruchte Lodewick in ieder geval op haar school verving. Dit tot grote opluchting van vele leraren en leerlingen.

Duits

Dit vak werd gegeven door de heer Dr. B.W. van Klaarbergen. Het was in mijn ogen een echte Duitse leraar: stoffig, grijs en zeer degelijk maar bepaald niet inspirerend. Hij rookte de hele dag ongematteerde bolknak sigaren, waardoor zijn pakken veelal onder de as zaten en hij er extra grijs uitzag.

Tekenen

De tekenleraar die ik mij het best herinner was de heer L. (Leo) van Meesche. 
De heer Van Meesche vertelde op school een enkele keer iets over zijn ervaringen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Hij werd destijds onder gruwelijke omstandigheden als dwangarbeider ingezet bij de aanleg van Japanse militaire vliegvelden op enkele afgelegen Indonesische eilanden. Van zijn groep dwangarbeiders overleefde praktisch niemand. De indringende wijze waarop hij hiervan verslag deed dwong bij ons diep respect af.
In het Schildertje van 1960 staat een verslag van een expositie met werk van Harderwijkse Lyceìsten, die op initiatief van de heer Bowler, een zgn Amerikaanse ruilleraar, in 1960 door de VS zou gaan reizen. Van Meesche sprak daarbij veelzeggend over zijn vak  `Kunstonderwijs voorkomt afglijding en vervlakking van de persoonlijkheid tot de massa/mens`.

Schilders Nieuws-en advertentieblad 01-07-1960

Hierin staat ook zijn leven beschreven
Schilders Nieuws- en advertentieblad 28-11-1985








Uit onderzoek voor deze blog bleek, dat de heer Van Meesche in 1967, wegens ziekte, vervroegd met pensioen ging en zich daarna in Zwitserland vestigde.
In 1984 zijn 10 door hem ontworpen gebrandschilderde ramen geplaatst in de Nederlands-Hervormde kerk aan de Stationslaan, deze ramen verbeelden 5 christelijke en 5 joodse feestdagen.

Het toeval wil dat mijn vader in het midden van de jaren vijftig een maquette van die kerk heeft gemaakt ten tijde van de ontwerpfase. Eind 1985 is er in de Harderwijkse bibliotheek nog een expositie geweest van schilderijen van zijn hand.


Staatsinrichting

Hierbij kreeg ik les van mevrouw Mr. N.M. de Goede van Oude Nieuwland-Lodder; een aardige en buitengewoon intelligente dame (van middelbare leeftijd) die op enthousiaste wijze haar kennis kon overdragen. Ik vond het jammer dat ik maar een uurtje per week les van haar had. En ik vond het ook jammer dat ze het onderwijs verliet na haar benoeming tot rechter bij de Zwolse rechtbank.
Op 24 november 1963 zou ik, tijdens het lesuur staatsinrichting een spreekbeurt houden over het communisme. Aangezien de dag daarvoor de Amerikaanse president Kennedy werd vermoord, kwam ik 's avonds helemaal niet meer toe aan de laatste voorbereidingen voor die spreekbeurt. Aan het begin van de les vroeg ik aan mevrouw De Goede of ik, gezien de gebeurtenissen van de vorige dag, een week uitstel kon krijgen.  "Vanzelfsprekend, geen enkel probleem en zeer begrijpelijk", was haar reactie. Wat mij betreft, geen slecht woord over mevrouw De Goede.
Bij de research voor deze blog zag ik dat zij getrouwd was met Prof. mr. dr. Arian de Goede, heer van Oude Nieuwland; zij woonde(n) in Ermelo. Haar man is reeds overleden op 42-jarige leeftijd in 1957 en zij zelf overleed in 2012. Lees hier meer over de biografie van haar man.

Godsdienst 

Schilders Nieuws- en advertentieblad 06-10-1961
Dit vak werd gegeven door de heer Ds. G.Willemsen uit Hierden, ook voorzitter Vereniging Christelijk Onderwijs. Het was een vrolijke en humoristische man, wiens kleding en overtuiging haaks stonden op zijn omgangsvormen. Hij behoorde namelijk tot de zeer bevindelijke tak van de Hervormde kerk, de Gereformeerde Bond, en hij was daarom altijd geheel in het zwart gekleed. Over dominee Willemsen deden toen geruchten de ronde dat hij geen les meer mocht geven aan de MMS klassen als gevolg van vermeende ongewenste intimiteiten. Ik heb niet kunnen achterhalen in hoeverre die geruchten op juistheid waren gebaseerd. Feit is wel dat hij in 1962 werd benoemd tot conrector van het CLH en dat hij in 1974 afscheid nam.

Engels 

Dit vak kregen wij van de heren Schonewille en Nust.
Vooral de lessen van de heer Nust waren geweldig. Het was een lange man met een naar verhouding klein hoofdje maar met een goed stel hersens. Hij besteedde veel aandacht aan de Engelse literatuur en deed dat op een bijzonder inspirerende manier. Ik heb bij hem een keer een 10 gehaald voor een proefvertaling. Volgens hem was dat de eerste keer in zijn carrière. Die 10 had ik onder meer te danken aan het feit dat ik het Engelse woord "tomcat" weliswaar niet kende, maar dat ik uit de rest van de tekst opmaakte dat het hier om een kater, dwz moest gaan. Ik was de enige in de klas die dit goed had.
Tijdens de laatste lessen voor de vakantie mocht er vanaf de derde klas bij mijnheer Nust worden gerookt door de leerlingen. De klas zag dan blauw van de walm (!), vooral tijdens de laatste les voor de kerstvakantie, als de ramen, vanwege de kou, gesloten bleven.

Frans

Frans werd gegeven door de heer H.A. Karsijns en mejuffrouw dra. A.S. Geselschap (zij was tot 1-7-1964 in dienst van het CLH)

Schilders Nieuws en advertentieblad  15-11-1930
Juffrouw Geselschap was een kennis van mijn oma; ik weet niet hoe en waarom ze elkaar kenden. Volgens het Schildertje verhuisde zij in 1930 vanuit Dordrecht naar  Harderwijk, omdat zij toen werd aangesteld als docente op onze school. Ze was zeer klassiek gekleed en ze wilde ook daadwerkelijk met juffrouw worden aangesproken, dat was toen de gewoonte als je ongetrouwd was. Een echte ouderwetse lerares Frans, die mij niet echt wist te inspireren.

Schilders Nieuws- en advertentieblad 31-10-1974
De heer Karsijns was wel een goede leraar maar hij had, op zijn zachtst gezegd, eigenaardige trekjes. Zo gaf hij mijn klasgenoot Adrie Bontenbal, zoon van hoofdonderwijzer Bontenbal van de Dr. De Kuyperschool, eens een pak slaag voor het oog van de hele klas. Hij leende daarvoor mijn liniaal.
Toen een nieuwe klasgenoot zich voorstelde en een Friese tongval bleek te hebben, vroeg de heer Karsijns:
"Kom jij uit Friesland? "

"Ja mijnheer", was het antwoord.
"Pas dan maar op want ik heb een hekel aan Friezen", vervolgde mijnheer Karsijns dreigend tegen deze 13-jarige jongen.
Karsijns kwam in 1954 vanuit Genemuiden naar Harderwijk en werd benoemd tot onderwijzer op de ULO; hij behaalde in 1958 zijn MO Frans. Tijdens het leerjaar 1973-74 werd hij benoemd tot 2e conrector.


Aardrijkskunde

Voor dit vak heb ik les gehad van de leraren De Boer en J.G. Köhler Sr.
De heer De Boer was een kettingroker, die sprak met een sterk Amsterdams accent. Hij sprak ons altijd aan met "U" en met "Mijne heren". Zo riep hij, als hij het te onrustig vond in de klas, luid en duidelijk: "Hebben de heren wel eens een pak op hun sodemieter gehad? Zo nee, dan kunnen ze dat van mij krijgen, en wel gratis!"

De heer Köhler Sr. was, toen ik met mijn middelbare opleiding begon, al meer dan 40 jaar in het onderwijs werkzaam. Hij gaf erg goed en enthousiast les en dat na al die jaren. In zijn aardrijkskunde lokaal hingen vele kaarten en er stond een model van het systeem zon-aarde-maan waarmee hij de onderlinge relatie tussen de banen van de drie hemellichamen kon demonstreren. Omdat de zon was uitgevoerd als lamp, kon hij ook het effect van de seizoenen laten zien als gevolg van de helling van de aard-as. De demonstraties met dit model hebben een belangrijke bijdrage geleverd tot mijn belangstelling voor de sterrenkunde. Die belangstelling is tot op de dag van vandaag nog steeds in ruime mate aanwezig. Voor de goede orde: het betreft hier de wetenschap astronomie, niet te verwarren met de pseudo-wetenschap astrologie.
Af en toe week mijnheer Köhler af van de gebaande paden en besteedde hij een les aan recente politieke ontwikkelingen in de wereld. Ik herinner mij ook dat we weliswaar de geologische tijdschaal moesten leren maar zonder datering. Dus alleen de volgorde van de geologische tijdvakken. Over de ouderdom van de aarde werd niets gezegd. En ook de evolutietheorie van Darwin kwam bij onze christelijke school niet aan de orde. Zo werd discussie over dit onderwerp vermeden. Thuis leerden en lazen we wel dat de aarde en de zon 4,6 miljard jaar oud zijn. En daar werd ook duidelijkheid geschapen omtrent de datering van de geologische tijdschaal. Ik heb er nog altijd spijt van dat ik dit onderwerp nooit tijdens de lessen aan de orde heb gesteld.

Geschiedenis

Dit vak werd gegeven door de heren drs. H.van Lambalgen en A.A. (Attila Alexander) Kovy.

Schilders Nieuws- en advertentieblad 22-08-1974
De heer Van Lambalgen behoorde tot de jongste leraren op onze school. Hij was een zeer boeiend verteller en had, ondanks zijn jeugdige leeftijd, geen enkele moeite om zijn gehoor bij de les te houden. Soms gaf hij een zeer beeldend verslag van historische gebeurtenissen. Ik herinner mij dat hij, tijdens de behandeling van de Griekse mythologie, zich wel eens rochelend voor de klas op de grond liet vallen als hij een sterf scene besprak. Hij woonde aan de Leuvenumseweg in Ermelo en mijn schoolvriend Jan de Groot en ik gingen af en toe op woensdagmiddag een kopje thee drinken bij hem en zijn vrouw. Het waren erg aardige mensen en wij spraken over van alles maar niet over geschiedenis. De vader van mijnheer Van Lambalgen was werkzaam als hoofd hovenier op Paleis Soestdijk en dronk nog wel eens een kopje thee met koningin Juliana.
Pas tijdens de research voor deze blog kwam ik er achter dat onze geschiedenisleraar ook actief was in de Anti Revolutionaire Partij (later opgegaan in het CDA) en dat hij ouderling was in Ermelo. Ook over dat soort onderwerpen werd door hem nooit gesproken; wel over de politiek en de samenleving in het algemeen.

In 1974 werd de heer Van Lambalgen benoemd tot rector van het Christelijk Lyceum in Ermelo dat in de voorgaande jaren een dependance was geweest van het CLH. De naam van het CLH was inmiddels gewijzigd in Christelijk College Nassau Veluwe.


Schilders Nieuws- en advertentieblad 23-11-1956
De heer Kövy was een gevluchte Hongaar, gevlucht in 1956 en genaturaliseerd op 2 september 1958. Ik was destijds al diep onder de indruk dat hij zich in een relatief korte tijd zowel de Nederlandse taal als de vaderlandse geschiedenis had eigen gemaakt. En zelfs zodanig dat hij, net als de heer Van Lambalgen, een voortreffelijke geschiedenisleraar was. Mede dankzij deze beide heren heb ik nog steeds een grote belangstelling voor geschiedkundige onderwerpen.
In november besteedde hij altijd een les aan de Hongaarse opstand van 1956. Het was dan muisstil in de klas. En hij vertelde een keer dat hij als 16-jarige jongen, begin 1945, naar Duitsland werd getransporteerd om daar onder dwang te gaan helpen bij de verdediging van Berlijn tegen de oprukkende Russen. Hij had daar veel van zijn leeftijd- en landgenootjes zien omkomen en had dus alle reden om oorlog te bestempelen als waanzin. De heer Kövy sprak natuurlijk wel met een accent. Als het een enkele keer wat rumoerig was in zijn klas riep mijnheer Kovy: "Niet praten joongens, anders komen katastroofe!"
De heer Kövy is op 21 juni 1924 te Lutenec in Hongarije geboren. Hij is op 2 januari 2004 overleden op 79 jarige leeftijd en begraven op de Harderwijkse begraafplaats Elzenhof.

Wiskunde

Ik heb les gehad van de heren H.Pol en Koudstaal en alleen bijles van de heer Augusteijn.


 Krantenartikel over 25 jaar Pol in het jaarverslag van 1961
Schilders Nieuws- en advertentieblad 21-12-1962
De heer Pol was een kleine man met een groot denkraam. Teneinde mijn schamele resultaten voor de wiskundevakken (algebra en meetkunde) wat op te krikken, heb ik ook nog bijles van hem gehad. Ondanks het feit dat hij al 25 jaar in het onderwijs zat, bleek zijn inspanning vruchteloos. Ook mijn vader deed pogingen in dezelfde richting. En tenslotte heb ik ook nog wiskunde bijles gehad van de heer Augusteijn. Ik heb weliswaar nooit bij hem in de klas gezeten maar kende hem al wel goed omdat hij de buurman was van mijn vriend Jan de Groot. Hij was de laatste die een poging deed om mijn wiskunde resultaten uit de onvoldoenden sfeer te halen. Uiteindelijk hebben die pogingen geen van alle het beoogde resultaat opgeleverd.
Hoofdrekenen ging -en gaat nog steeds- heel goed. Ook natuur-en scheikunde vormen geen probleem, zolang er maar geen ingewikkelde wiskundige formules aan te pas komen. Maar voor de pure wiskunde vakken had en heb ik een blinde vlek.

De heer Koudstaal was geen populaire leraar en niet alleen vanwege het vak dat hij gaf. Hij was afstandelijk en deed, wat mij betreft, zijn naam eer aan. Op een keer, wij zaten in die tijd in het zolderlokaal van het oude schoolgebouw, hebben twee notoire herrie makers hem na de les opgesloten in het schoonmaak hok, dat ook op zolder was. Het was na het laatste lesuur van de dag. Mijnheer Koudstaal werd pas uren later gevonden en bevrijd door een schoonmaker. De daders werden voorgoed van school gestuurd. Ik herinner me dat ik dat toen, ondanks mijn antipathie, wel een terechte maatregel vond.

Natuurkunde

Onze leraar was de heer Drs. Zandstra. Hij was een kettingroker van het sigarettenmerk Dr.Dushkind.

Een affiche uit de jaren '50
www.geheugenvannederland.nl
De fabrikant van dit merk maakte soms reclame met een afbeelding van een arts die uitlegde dat het roken van Dr. Dushkind goed was voor de broodnodige rust in een rusteloze wereld.
"Blijf kalm, neem een Dr. Dushkind", dat was de leuze op de posters waarmee tabaksproducent Dr. Dushkind in die jaren reclame maakte.
Er werd tijdens de lessen heel wat afgerookt, niet alleen door de heer Zandstra maar door de meeste van zijn collega-leraren. Vooral in de winter, als de ramen gesloten bleven, was het vaak behoorlijk benauwd in de klas. Gegeven de normen van nu kun je dan ook stellen dat het een klein wondertje was dat we die jaren in die overvolle, slecht geventileerde, rokerige klaslokalen überhaupt overleefden.

Verder was de heer Zandstra een goede natuurkundeleraar, die ook vaak interessante proeven liet zien, zoals die met de halve Maagdenburger bollen en magnetische veldlijnen.
Maar hij liet niet met zich sollen. Toen iemand eens een stinkbommetje in de klas liet afgaan voordat de les begon, nam Zandstra "vreselijk wraak". Hij gaf de hele klas een strafproefwerk en ging zelf buiten de klas in de frisse lucht, op de gang zitten. Daarbij lette hij via het raam op dat er niet werd gespiekt. De resultaten telden mee voor het volgende rapport. Zo'n geintje haalden we bij hem dus nooit meer uit.

Scheikunde

Schilders Nieuws- en advertentieblad 20-1-1964
Deze lessen werden gegeven door de heer Ir. De Jonge. Ik heb zelf niet echt les gehad van de heer De Jonge maar ik heb hem meegemaakt tijdens een tweedaagse schoolexcursie naar Delfzijl. Daarbij werd een bezoek gebracht aan de soda-fabriek, die destijds tot de modernste en grootste ter wereld behoorde. Er werd overnacht op een driemaster die in de haven van Delfzijl lag en was omgebouwd tot jeugdherberg.
Enkele maanden later overleed de heer De Jonge als gevolg van complicaties na een, ogenschijnlijk simpele, blinde darmoperatie. Ik ben op zijn begrafenis geweest en was zeer begaan met zijn dochter die net zo oud was als ik en ook bij ons op school zat. Haar voornaam weet ik jammer genoeg niet meer.

Het is eigenaardig maar de naam van mijn éigen scheikundeleraar kan ik mij helaas niet herinneren. Dat is des te opmerkelijker omdat hij soms (onbedoeld) spectaculaire proeven liet zien. Zo liet hij een keer een groot brok natrium in en bak water vallen. Het brok vloog met een geweldige klap omhoog en ging door het plafond naar de eerste verdieping. Enkele minuten later kwam een hevig ontdane concierge informeren wat er in hemelsnaam was gebeurd. Voor ons was dat natuurlijk genieten!

Gymnastiek

Benoeming Karsijns en Augusteijn tot conrectoren.
Vertrek van o.m. J.G. Köhler jr. en conciërge Lancee.
Schilders Nieuws en advertentieblad 30/10/1975
Onze gymleraar was de heer J.G. Köhler Jr, de zoon onze aardrijkskundeleraar en volgens het Schildertje in dienst geweest tot 1975. Ik was toen al geen sporter en dat was te merken aan de resultaten van mijn lichamelijke oefeningen. De enige sport waarin ik in positieve zin uitblonk was volleybal. Ik wist, zonder dat ik het zelf besefte, bij het serveren, de bal een dusdanig effect mee te geven, dat de tegenpartij zich daar geen raad mee wist en wij de partij glansrijk wonnen.

Bij de honkballes ging het een keer behoorlijk fout. De heer Köhler, stond achter mij en gaf uitleg hoe ik de knuppel naar achteren moest bewegen ter voorbereiding op de slag. Ik volgde zijn instructies keurig op maar stuitte op enige weerstand en hoorde dat ik iets geraakt had. Toen ik achterom keek lag mijnheer Köhler buiten bewustzijn in het gras. Gelukkig kwam hij snel weer bij zijn positieven maar de rest van de les werd afgelast. Ik ben altijd een gevaar op sportvelden gebleven.

In 1964 behaalde hij zijn kandidaats Rechten aan de Universiteit van Amsterdam en later gaf hij blijkbaar ook Staatsinrichting.

Boekhouden en handelsrekenen

Onze docent Handelswetenschappen heette mijnheer J. Rip.

Een affiche van Heerenbaai uit die tijd
www.geheugenvannederland.nl
Het was in onze ogen een oudere en zeer stoffige heer die de hele dag een pijp rookte die hij vulde met "Heerenbaai" tabak.
In Nederland hebben ongesausde tabakken een eigen variant opgeleverd die bekend staan als baai-tabak: fijne snede en betrekkelijk weinig smaak en geur zijn de meest opvallende kenmerken. Door de fijne snede branden de tabakken wel goed, soms zelfs te goed (heet en scherp dus). Rustig en bedachtzaam roken maakt dat een pijp beter smaakt (en ruikt?!) en nergens gaat dat sterker op dan voor baaitabak.
De algemene mening in onze klas was echter, dat de pijp van de heer Rip een bijkans ondraaglijke stank veroorzaakte. Wellicht had dit te maken met een vervuilde pijp, want in mijn herinnering rookte Rip onafgebroken uit dezelfde pijp, of hij rookte niet bedachtzaam genoeg.

Hij was blijkbaar zo stoffig dat zijn jubileum sneu genoeg werd vergeten door de school...
Schilders Nieuws en advertentieblad 
24/2/1960

Economie

Dit vak werd gegeven door de heer Bakker R.A. Van hem weet ik me alleen te herinneren dat hij part-time leraar was en verder als accountant was gevestigd in Amersfoort. En -eigenaardig detail- dat hij reed in een donkergroene Morris Oxford.

Biologie

Het bekende geraamte uit de biologieklas
Nationale Beeldbank
De eerste tijd heb ik nog biologieles gehad van mijnheer J.P. van Grol. Hij was een kennis van mijn vader en woonde in een mooi huis aan de Leuvenumseweg. Ik herinner me nog dat hij in een Citroen DS reed. De heer Van Grol was al wat ouder maar was jong van geest. Een aardige man, die ons galant voorstelde aan het bekende skelet in zijn biologielokaal, toen we daar voor de eerste keer les hadden. "Jongens, dit is een van mijn voorgangers. Hij was zo verstrooid dat hij vergeten is te vertrekken, nadat hij met pensioen ging. Zijn naam is Hein."
Niet zo lang daarna werd mijnheer Van Grol getroffen door een hartaanval; het was zijn tweede maar toch krabbelde hij, langzaam maar zeker, weer op. Ik heb hem met een aantal andere leerlingen thuis bezocht en daar zat hij alweer grappen te maken. Hij heeft daarna nog korte tijd les gegeven maar kreeg tijdens een schoolvakantie zijn derde hartaanval, die hem fataal werd.

Ik heb toen lange tijd geen biologieles gehad maar uiteindelijk werd er een invalkracht gevonden. Dat was mej. Roelofsen, een oudere zuster van mijn klasgenoot Gert(je) Roelofsen uit Staverden. Zij was net afgestudeerd in Utrecht en ging ons toen les geven. Zij was erg aardig maar kon (nog) geen orde houden; ik had enorm met haar te doen en hield mij verre van de pesterijen die ze moest ondergaan. Ik ben ook wel eens bij de familie Roelofsen thuis geweest. Ze hadden een boerderij en het waren leuke en gastvrije mensen. Uiteindelijk heb ik gedurende mijn schooltijd maar weinig biologielessen gehad.

Muziek

Dat kregen we van de heer F.W. Luijken. Bij hem in de klas was het altijd een enorme bende. Ik heb wel meegemaakt dat een medeleerling een prullenbak, die in de klas stond, in brand stak, waarop we snel het muzieklokaal moesten verlaten. Verder was de heer Luijken nogal alternatief; hij had lang haar in een tijd dat dat absoluut nog geen mode was en hij reed op een Puch brommer met een hoog stuur. Hij was op onze nette christelijke school toen een beetje een vreemde eend in de bijt...

Tenslotte

De voorgaande opsomming is niet volledig omdat ik mij van sommige leraren te weinig herinner. Wellicht hebben mijn lezers hierover nog aanvullende opmerkingen en anecdotes.
Mijn lievelingsvakken waren aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde, Engels en staatsinrichting. Ik vind het op zijn minst opmerkelijk te noemen dat ik voor zaken die met deze vakken te maken hebben, nog steeds een bovengemiddelde belangstelling heb.

De grootste veranderingen ten opzichte van mijn middelbare schoolperiode zijn, mijns inziens, het veranderde onderwijs systeem en vooral het rookgedrag op school. Het was wellicht een manier om de innerlijke rust te bewaren in overvolle klassen met drukke pubers maar vrijwel alle leraren rookten in de klas en een aantal viel zelfs in de categorie kettingrokers. Ook de leerlingen mochten vanaf de 3e klas af en toe roken in de klas! Wat mijn klasgenoten en ik dus een halve eeuw geleden op zijn minst leerden, was flink meeroken....

woensdag 18 september 2013

Naar het Christelijk Lyceum Harderwijk

De vakanties zijn voorbij; de scholen zijn weer begonnen.
Ik hoop dat mijn lezers een fijne zomer/vakantie hebben gehad. Zelf ben ik sinds het afgelopen weekeinde terug van vakantie en ik wil mijn herinneringen aan Harderwijk nu weer gaan vervolgen.
Mijn vroege jeugd en de tijd die ik doorbracht op de basisschool heb ik in mijn vorige blogs reeds beschreven en ik wil nu terug gaan naar 1959, het jaar waarin ik de overstap maakte naar de middelbare school.
NB Er kan op sommige afbeeldingen worden geklikt voor een grotere weergave.

Toelatingsexamen

Harderwijk had in 1959 vier scholen voor voortgezet dagonderwijs. Dat waren de Huishoudschool, de Ambachtsschool, de ULO/MULO, dat staat voor (Meer) Uitgebreid Lager Onderwijs, alsmede het Christelijk Lyceum Harderwijk (CLH), het huidige Christelijk College Nassau-Veluwe.

Ansichtkaart van het Christelijk Lyceum, verstuurd in 1935
Bron: http://ansichtkaarten.delcampe.net
Tijdens het schrijven van deze blog kwam ik er achter dat de huidige naam terug grijpt op een eerdere instelling voor voortgezet onderwijs, die reeds in 1372 werd opgericht (zie de krantenknipsels over het 40-jarig jubileum onderaan deze blog). Dus mijn school heeft blijkbaar heel oude eerbare wortels!
De voorbereiding van het CLH ging in 1918 van start en de eerste 26 leerlingen begonnen in september 1919 met hun lessen. Het markante schoolgebouw aan de Stationslaan werd in 1922 ontworpen door de Harderwijkse architect Peter Hendrik van Lonkhuyzen en in 1923 in gebruik genomen. Hij was ook de ontwerper van de Plantagekerk in Harderwijk; beide gebouwen zijn nu Rijksmonumenten.
Het Lyceum kende drie opleidingsrichtingen; het Gymnasium, de HBS (Hogere Burger School, vergelijkbaar met het latere VWO) en de MMS (Middelbare Meisjes School).
Op het CLH was de eerste klas voor iedereen gelijk.Vanaf de tweede klas volgde de splitsing in Gymnasium, HBS en MMS. In de vierde klas werden de HBS en het Gymnasium opnieuw gesplitst in een Alfa- (talen) en een Beta-richting (exacte vakken) richting. De HBS was een 5-jarige opleiding en de het Gymnasium duurde 6 jaar (meer informatie over deze schooltypes op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hogereburgerschool en http://nl.wikipedia.org/wiki/Gymnasium)

Een ingezonden brief, waarop veel tegenreacties kwamen
Schilder's nieuws-en advertentieblad, 23-12-1959
Alle vier de Harderwijkse middelbare scholen scholen waren gebaseerd op protestant-christelijke grondslag. Dat was op de Veluwe in die tijd, waarin de verzuiling nog volop deel uitmaakte van de samenleving, bijna een vanzelfsprekendheid.
Wel waren er sinds het midden van de jaren vijftig een openbare en een katholieke basisschool.  Maar de, vooralsnog voorzichtige, plannen voor een openbare school voor middelbaar onderwijs stuitten, toen zij begin jaren zestig bekend werden, op grote weerstand bij de overwegend protestante bevolking van Harderwijk en omgeving.
Bij die plannen voor openbaar onderwijs in Harderwijk was onze buurman, Barend Daansen, nauw betrokken, zowel in het geval van de basisschool als in dat van het voortgezet onderwijs.




De oproep voor het toelatingsexamen, waaraan ik meedeed
Schilder's nieuws-en advertentieblad, 17-04-1959
Er was (volgens mij) in die tijd nog geen Cito-toets op de lagere school. Dus ieder kind dat naar de middelbare school wilde, moest eerst een toelatingsexamen doen, teneinde de schoolleiding enig inzicht te verschaffen in het niveau van de kandidaat-leerlingen.
Volgens bijgaande krantenartikelen was het toelatingsexamen voor de ULO en MULO gratis; voor het CLH was het examengeld maar liefst vijf gulden!


Uit de de Jaarvergadering van de Ned. Onderwijzers Vereniging afd Harderwijk,
die verder grotendeels ging over de positie van de gehuwde onderwijzeres.
Schilder's nieuws-en advertentieblad 01-05-1959


Toelating tot het lyceum

Het Harderwijkse Lyceum vervulde een regionale functie. Een belangrijk deel van de leerlingen woonde niet in Harderwijk maar in Ermelo, Putten, Voorthuizen, Nunspeet, Doornspijk en Oostelijk Flevoland (Lelystad, Biddinghuizen en Dronten). Dit blijkt ook uit de geslaagdenlijst voor het toelatingsexamen, dat in de krant werd gepubliceerd.

Schilder's nieuws-en advertentieblad 30-7-1959
Schilder's nieuws-en advertentieblad 30-7-1959






















En bijna al die leerlingen moesten, bij weer en wind, tweemaal per dag het hele eind van huis naar school en terug afleggen op de fiets. Toendertijd  had die fiets in de meeste gevallen geen versnellingen maar een simpele terugtraprem. Slechts enkelen maakten gebruik van de bus.
In het geval van de leerlingen die woonden in, het in aanbouw zijnde en nog voornamelijk uit houten barakken bestaande, Lelystad, betekende dat concreet dat zij zes maal per week circa 50 kilometer moesten fietsen, waarvan vaak de helft tegen de straffe polderwind in.
Zes maal per week omdat we in dat eerste schooljaar ook nog les hadden op zaterdagmorgen; de vijfdaagse werk- en schoolweek bestond nog niet. Brengen en halen met de auto was er ook niet bij want de meeste gezinnen beschikten nog niet over een auto. Ik herinner mij dat alleen in geval van zeer strenge vorst en bij zware sneeuwval enkele Lelystadse vaders, die wel over een auto beschikten, de leerlingen uit hun woonplaats naar school brachten en aan het eind van de middag weer ophaalden. Uiteraard werden daarbij dan ook de kinderen meegenomen, wiens ouders niet over een auto beschikten. En dat gold natuurlijk ook voor de kinderen die op de andere Harderwijkse scholen voor middelbaar onderwijs zaten.
Afgezet tegen de situatie van nu klinkt het voorgaande wellicht bizar maar het was wel de realiteit voor kinderen vanaf 12 jaar, die in de jaren rond 1960 woonachtig waren op het platteland maar toch graag middelbaar onderwijs wilden volgen.
Voor leerlingen die nog verder weg woonden was er bij onze school ook nog een internaat. Zo herinner ik mij dat er een jongen bij mij in de klas zat, wiens ouders in Oegstgeest, bij Leiden, woonden.

Na het toelatingsexamen met goed gevolg te hebben afgelegd en de benodigde boeken en klassieke lederen boekentas te hebben aangeschaft, kon ik in september 1959 beginnen aan een nieuw avontuur.

Hier kocht ik het grootste deel van mijn studieboeken
Schilder's nieuws-en advertentieblad 14-08-1959
Een mooi overzicht van de schoolspullen uit die tijd
Nunspeets Nieuws en Advertentieblad, 31-07-1959
De klassieke schooltas uit de jaren '50-60











Jubileumviering

Eerste deel van het aankondigingsartikel in de krant
Schilder's nieuws-en advertentieblad 23-10-1959
Ik viel dat eerste jaar op het CLH meteen met mijn neus in de boter want onze school vierde al meteen dat najaar op grootse wijze het veertigjarig bestaan. De officiële plechtigheid was op 4 november 1959 in de Ned. Herv. Kerk in de Kerkstraat, met een herdenkingsdienst waarbij conrector van der Putte het orgel bespeelde. Het Schildertje wijdde in die periode menig krantenartikel aan het jubileum, waarvan ik een paar in deze blog heb gezet.

Als hoogtepunten herinner ik mij de grote feestdag voor leerlingen op donderdag 5 november 1959 waarop de Rally, een soort puzzelrit met 17 autobussen van de Veluwse Autobus Dienst (VAD) van 96 kilometer over de Veluwe was georganiseerd.
Voorts het optreden van de destijds beroemde pantomime kunstenaar Rob van Reijn op vrijdag 6 november in de Harderwijkse Stadshal ('s middags voor de benedenbouw, en 's avonds voor de bovenbouw).
En tenslotte een toneelvoorstelling door het lerarenkorps en enkele leerlingen uit de hogere klassen, dat medio januari 1960 werd opgevoerd.



Ik vond een, voor mij heel herkenbare, beschrijving van de Rally in het Schilder's nieuws-en advertentieblad, 13/11/1959; p. 9/14 te vinden op de website www.streekarchivariaat.nl. Verder bleek mijn plakboek ook nog foto's te bevatten van die gedenkwaardige dag.

Tweede bank links: aan de raamzijde Franklin Oliemans en rechts daarnaast Peter Offerman
De overige leerlingen herken ik niet omdat zij uit andere, soms hogere, klassen kwamen.
NB Volgens mij heeft de jongen in de gestreepte trui rechts vooraan een pijp in zijn linkerhand...
Coll. P. Offerman 

Tijdens de Rally moesten de leerlingen van iedere bus gezamenlijk een aantal vragen beantwoorden en oplossen. Aan het eind van de rit kwamen we uit bij kasteel "De Cannenburgh" bij Vaassen.

Aankomst op kasteel de Cannenburgh bij Vaassen met 2 van de VAD-bussen
Coll. P. Offerman

Links Rector Westerhuis als Maarten van Rossem
Rechts Onze conciërge de Groot als schildknaap in de aanval.
Coll. P. Offerman
Bij de ingang stond onze rector Westerhuis in een middeleeuwse ridderuitrusting ons op te wachten, met concieërge de Groot als zijn schildknaap.

Hij stelde zich voor als Maarten van Rossum, een roemruchte maarschalk en "roofridder" die in de 16e eeuw op de Cannenburgh heeft gewoond; niet te verwarren met zijn al minstens even spraakmakende naamgenoot van nu.





Een ander deel van de activiteiten werd georganiseerd door de leerlingenvereniging Utile Dulci (UD), dat zoiets betekent als "het verenigen van het nuttige met het aangename", en waarvan ik natuurlijk meteen lid was geworden. Zij gaven op maandag 30 november en dinsdag 1 december 1959 de voorstelling "Zwaan kleef aan" in de Stadshal, waaraan 200 leerlingen meewerkten. De Amerikaanse klucht "The man of the house", dat na de pauze werd opgevoerd heb ik niet gezien; ik zat pas 2 maanden op school en ik had nog niet genoeg Engelse les gehad om dat te kunnen volgen.

Het docenten-toneelstuk, "Geld te geef", werd medio januari 1960 opgevoerd in het ontspanningsgebouw van de psychiatrische inrichting "Veldwijk" te Ermelo. Ook over dit stuk is een uitgebreid verslag te vinden in het Schildertje. Vooral de rollen van de aardrijkskundeleraar Köhler en van de jeugdige geschiedenisleraar van Lambalgen maakten diepe indruk op mij. Op beide heren kom ik nog terug in een latere blog.

Van links naar rechts: De oudste dochter van rector Westerhuis; dhr Köhler sr.,;dhr van Klaarbergen en mevr. Snel?
Coll. P. Offerman

Bovenste rij van links naar rechts: dhr Snel; dhr van Klaarbergen; ?; dhr de Boer; juff. Geselschap; ? ;?;?; dhr van Grol
Middelste rij van links naar rechts: mevr. Westerhuis; dhr Köhler sr.; mevr. Snel ?; staand in politie-uniform dhr Pol
Onderste rij van links naar rechts: dhr van Lamblagen; oudste dochter Westerhuis; dhr van Steenwijk; dhr Segeling.
Coll. P. Offerman
Het 40-jarig jubileum van het Lyceum betekende voor mij een goed begin van een schoolperiode met ups en downs, die zou voortduren tot juni 1965.
Maar als ik nu terug kijk, bewaar ik er over het algemeen goede herinneringen aan. Ik zal er in mijn volgende blogs dieper ingaan op mijn HBS jaren.

Verslag feestavond Utile Dulci , deel 1
Schilder's nieuws-en advertentieblad 04-12-1959
Verslag feestavond Utile Dulci , deel 2
Schilder's nieuws-en advertentieblad 04-12-1959






















Verslag feestavond Utile Dulci ,deel 3
Schilder's nieuws-en advertentieblad 04-12-1959
Verslag feestavond Utile Dulci ,deel 4
Schilder's nieuws-en advertentieblad 04-12-1959