woensdag 16 oktober 2013

Met mijn vrienden op vakantie

Het is weer herfstvakantie en dat leek mij een goed moment om een blog te wijden aan mijn eerste vakantie zonder mijn ouders en broer. Die tocht maakte ik in de zomer van 1963; op 16 jarige leeftijd. Ik ging toen met mijn HBS-vrienden Jan de Groot, Gerrit Hagen en Jan Molenkamp op de fiets helemaal naar Limburg en de Belgische Ardennen.

Eerst werken voor vakantiegeld

Vanwege uitbreiding had men in 1963-'64 veel nieuw personeel nodig
Schilders Nieuws- en advertentieblad 10-04-1964
In het voorjaar bedachten mijn drie schoolvrienden en ik dat we wel eens zonder onze directe familie op vakantie wilden. Dat moest dan wel binnen een beperkt budget want we wilden daarnaast ook nog wel met het gezin op vakantie. Onze ouders waren van mening dat we voor de kosten van die extra vakantie maar een paar weken een baantje moesten zoeken.

Hoe Jan Molenkamp en Gerrit dat toen hebben opgelost, kan ik mij niet herinneren maar Jan de Groot en ik konden in het begin van de schoolvakantie enkele weken aan de slag in een metaalwarenfabriek waar onder meer gaskraantjes werden gemaakt. Die fabriek, Heurisko geheten, was gevestigd aan de Edisonstraat, op het huidige industrieterrein Lorentz, en was eigendom van de heer W. Lodewijks, een kennis van de ouders van Jan de Groot. Als ik me goed herinner was Jan in die tijd bovendien heimelijk verkikkerd op de dochter van Lodewijks.

Heurisko was oorspronkelijk gevestigd in Amsterdam, aan de Duivendrechtsekade 15-17, maar deze fabriek was vanaf 1961 in Harderwijk aan de Edisonstraat gevestigd. In november 1963 organiseerde Heurisko samen met de firma Blocq en Manenschijn een verbroederend bedrijfsuitstapje naar Amsterdam dat werd afgesloten met een bezoek aan de Snip & Snaprevue  in Carré en om te vieren dat de heer  Lodewijks 10 jaar "op voorbeeldige wijze aan de spits van de Metaalwarenfabriek heeft gestaan" (Schilders Nieuws- en advertentieblad 1-11-1963). De fabriek werd in 1963 uit uitgebreid en daarom was in die tijd veel nieuw, ook ongeschoold, personeel nodig.
In ieder geval kwamen wij zo via mijnheer Lodewijks aan onze vakantiebaantjes.

IJzervijlsel rond een magneet
Bron: www.breem.nl
De werkzaamheden hielden in dat wij gaten moesten boren in, nog onbewerkte gaskraantjes. Daartoe werden we neergezet achter een grote boormachine, die op een statief was geplaatst. Aan de linker kant van de machine stond een mand met onbewerkte kraantjes. Na daar enkele gaten in te hebben geboord, gooiden wij de kraantjes in een mand aan de rechterzijde van de machine en als die mand vol was schoven we hem door voor de volgende bewerking.

Ter afwisseling van het boren moesten we af en toe helpen bij het lossen van vrachtwagens met loodzware ijzerplaten en de fabrieksvloer vegen.
Die vloer lag vol ijzer-slijpsel dat bij het boren en vegen ook volop in mijn sokken kwam. Die scherpe rommel was er bijna niet meer uit te krijgen, zelfs niet na ettelijke malen wassen. Mijn moeder heeft in de maanden daarna uiteindelijk, ten einde raad, maar een aantal paren sokken weggegooid.

Het boren van gaskraantjes was geen zwaar werk maar wel erg eentonig en ik kreeg dan ook medelijden met een groepje oudere mannen, die dat soort werk al tientallen jaren deden. Die mannen waren bovendien bang voor de afdelingschef, een veel jongere man in een stofjas, die zich nogal bot en autoritair gedroeg.

We zouden in die fabriek drie weken werken maar aan het eind van de tweede week had ik er schoon genoeg van. Ik bedacht een plannetje waardoor ik vroegtijdig ontslag zou krijgen en tegelijkertijd de oudere arbeiders een aardig verzetje kon bieden aan het begin van het weekend. Op vrijdagochtend vertelde ik hen wat ik van plan was. Ze keken me daarna enigszins verschrikt en ongelovig aan en vroegen me of ik dat wel durfde.
Aan het eind van de middag was het zo ver. De vloer moest voor het weekend worden geschrobd met water dat werd getapt in emmers. Op een zeker moment posteerde ik me met een volle emmer achter de bedrijfsleider en kieperde de inhoud pardoes over hem heen. Het effect was dat van een ouderwetse slap-stick. De mannen stonden er met open mond naar te kijken en durfden nauwelijks te lachen....
Zoals ik verwacht had, werd ik op staande voet ontslagen en zo eindigde mijn dienstverband met mijn eerste werkgever voortijdig. Jan bleef er nog een extra week werken. Maar ik vond dat ik voldoende geld had verdiend voor onze fietstocht.

De voorbereiding van de "expeditie"

Zegel van de kampeerkaart
website van Leo Bakx
Alvorens te vertrekken moesten we natuurlijk een ANWB-kampeerkaart hebben; we moesten een route uitstippelen en onze bagage een keer proefpakken op de snelbinders en in de fietstassen.

Tevens moesten onze oude fietsen worden nagekeken. In het geval van Jan de Groot en mijzelf betroffen dat fietsen zonder versnelling, met alleen een terugtraprem. Gerrit Hagen en Jan Molenkamp hadden, voor zover ik mij herinner, velgremmen en slechts één van hen had een fiets met een drieversnellingsnaaf. Om de rem-capaciteit wat te verbeteren liet ik een extra velgrem monteren op het voorwiel van mijn fiets.

Een oudjaars-advertentie van Cornelissen
Meestal bevatte zo'n advertentie ook een nieuwjaarswens,
maar deze was erg kort van stof
Schilders Nieuws- en advertentieblad 31-12-1963
Dat gebeurde bij de fietsenzaak van de heer J.Cornelissen, die indertijd was gevestigd  aan de Mecklenburglaan, naast de melkhandel van Arendsen. Wij waren vaste klant van Cornelissen, die tussen 1936 en 1969 zijn rijwielzaak in Harderwijk had (daarna werd de winkel overgenomen door G. Boonen). Aanvankelijk was zijn zaak gevestigd aan de Smeepoortstraat (tot 1936) en later ging hij naar de Leuvenumseweg 2. Dat deel van de Leuvenumseweg veranderde begin jaren '60 van naam en werd toen Mecklenburglaan.

Wat de kampeerspullen betreft gingen er twee lichtgewicht tweepersoons tentjes mee en voorts voor iedereen een luchtbed en een slaapzak met binnenzak. Verder een pomp voor het opblazen van de luchtbedden, een tenthamer, een kooktoestelletje, een zaklantaarn, bandenplak-spullen, kleding, eetgerei, toilet artikelen, handdoeken, een theedoek, veldflessen met water voor onderweg, etcetera.
Die tentjes, en ook onze andere kampeerspullen, waren overigens helemaal niet zo licht en klein als tegenwoordig want ook op het gebied van de ontwikkeling van steeds lichtere en sterkere materialen heeft de tijd niet stilgestaan. Het was best lastig om al die grote en zware spullen op onze fietsen te krijgen maar uiteindelijk hadden we de zaken toch goed verdeeld.

De tocht

Jan de Groot en Gerrit Hagen bepakken
 op de camping van Mook een  fiets
Coll. P. Offerman 
We vertrokken op een dag met koel en wisselvallig zomerweer. Bij Apeldoorn moesten we onze eerste helling nemen, een voorproefje van wat nog ging komen. Op dat moment merkten we toch wel het effect van het extra gewicht, dat we op onze fietsen moesten meetorsen.

Na Apeldoorn reden we, via Arnhem en Nijmegen naar onze eerste camping. Die camping bevond zich net over de grens van Gelderland met Limburg, in Mook. We waren best moe na die eerste dag en we sliepen als rozen.

De volgende dag fietsten we naar een camping op de Sint Pietersberg bij Maastricht, nog net in Nederland. We waren te moe om de stad in te gaan en bovendien enorm gespitst op het oversteken van de grens, die in die tijd ook nog echt een grens was.




Een portret van de blogschrijver als jonge man met de volbepakte fietsen
Het begon al goed op dit kampeerterrein, want je moest je melden in het café !
Coll. P. Offerman

Op de derde dag fietsten we naar onze eindbestemming, Remouchamps in de Belgische Ardennen. De camping lag aan de rechter oever van de Amblève. De klim die we na Luik moesten maken staat me nog helder voor de geest. Het was, op een fiets zonder versnelling en met kampeerspullen, niet te doen.
Ik stapte binnen de kortste keren af en kort daarna volgden ook de anderen. We moesten dus een heel eind met de fiets in de hand naar boven lopen. Op een zeker moment zat ik er helemaal doorheen maar eenmaal boven gekomen volgde een spectaculaire afdaling naar het Amblève dal. De vermoeidheid verdween als sneeuw voor de zon en ik geloof niet dat ik ooit met een hogere snelheid op de fiets heb gezeten dan toen. We kwamen met hete, bijna rokende, remmen beneden en toen was het nog slechts een klein stukje naar de camping.

Onze tentjes worden ingepakt voor de volgende etappe; v.l.n.r. Gerrit Hagen, Jan de Groot en Peter Offerman
Coll. P. Offerman

Jan Molenkamp, King of the road...
Coll. P. Offerman
We bleven enkele dagen in Remouchamps en maakten ook nog een uitstapje naar de watervallen van Coo.
Naast de watervallen was een kartingbaan. Je kon daar voor een redelijk bedrag een aantal rondes rijden. We maakten daar toen een echte wedstrijd van en voelden ons welhaast formule 1 coureurs. De karts, in die tijd werden ze nog "skelters" genoemd maakten een enorme herrie en hadden tweetakt motoren die liepen op mengsmering en enorm stonken en rookten.

De coureurs staan stoer klaar voor de start op het "circuit van Coo"
V.l.n.r. Gerrit Hagen, Peter Offerman, Jan de Groot, Jan Molenkamp
Coll. P. Offerman



Op een avond gingen we naar een café in het centrum van Remouchamps. Daar heb ik toen mijn eerste biertje gedronken; het was een tap-pilsje van het Belgische merk Pied Boeuf. Ik vond dat eerste biertje vreselijk smerig en kan me dat, nu ik daar aan terugdenk, nauwelijks voorstellen. Uiteraard bezochten we ook de druipsteengrotten van Remouchamps.

Dammetjes bouwen in de rivier
We waren jongens en dat waren we...
Coll. P. Offerman
Een simpele, voedzaam kampeermaaltijd;
maar lastig om netjes naar binnen te werken...
Links Peter en rechts Gerrit als primitieve holenmensen
Coll. P. Offerman



Na een dag of vier moesten we aan de terugtocht beginnen en die begon natuurlijk weer met een steile klim vanuit het Amblèvedal naar Luik en een daarop volgende afdaling naar het Maasdal  richting Maastricht.
De terugtocht deden we opnieuw in drie dagen. Onze laatste stop was op een camping bij Arnhem.

Nog een laatste blik op het dal van de Amblève
Coll. P. Offerman
Het is in deze tijd, waarin ook jongeren naar de verste uithoeken van de aarde vliegen, waarschijnlijk onvoorstelbaar dat zo'n fietstochtje naar de Ardennen 50 jaar geleden voor mijn vrienden en mij een enorm avontuur was.

Aan vliegreizen naar andere continenten durfden we in die tijd nog helemaal niet te denken, al was het  maar vanwege de kosten. Dat was toen voor 99% van de Nederlandse jongeren en ook voor de overgrote meerderheid van de volwassenen een, financieel onbereikbare, droom.

In de decennia daarna nam de welvaart enorm toe en werd vliegen steeds goedkoper en daarmee bereikbaar voor steeds meer mensen. Terugdenkend heb ik het gevoel dat, naast alle ontwikkelingen op het gebied van elektronica en internet, de groei van de mobiliteit een van de belangrijkste ontwikkelingen is geweest van de afgelopen 50 jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten