woensdag 20 november 2013

Liberaal Harderwijk in de late jaren zestig

In de loop van mijn laatste schooljaar op het IVA in Driebergen werd ik benaderd door onze buurman, Barend Daansen, met het voorstel om eens na te denken over de mogelijke oprichting van een regionale afdeling van de liberale jongerenorganisatie, de JOVD (Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie).
Mijn ouders stemden altijd PvdA en als rechtgeaarde jonge man was ik het in die tijd, bijna per definitie, oneens met hun keuzes. Het leek me daarom een perfect moment om een politieke daad te stellen, die recht tegen hun ideeën in ging.

Aankondiging van de oprichtingsvergadering
Schilder's Nieuws- en advertentieblad 13-03-1967
Na nog enkele gesprekken met buurman Daansen, die afdelingsvoorzitter was van de VVD, besloot ik dat er spijkers met koppen moesten worden geslagen en ging ik op zoek naar enkele politieke medestanders van mijn eigen leeftijdsgroep. Die vond ik al snel in mijn voormalige schoolgenoot Albert (Appie) Panhuyzen.

Vervolgens werd er op woensdagavond 15 maart
1967 in hotel Baars een oprichtingsbijeenkomst georganiseerd van de JOVD, afdeling NW-Veluwe onder auspiciën van de heren Daansen en Sterrenburg.
De heer P. Sterrenburg was toen VVD-raadslid in Putten.



Nabespreking van de oprichtingsvergadering
Schilder's Nieuws- en advertentieblad 20-03-1967
Tijdens de oprichtingsbijeenkomst werd het woord gevoerd door Maarten Lekkerkerker, de vice-voorzitter van het landelijke JOVD-bestuur. De JOVD was, anders dan andere politieke jongerenorganisaties, niet rechtstreeks gelinkt aan een politieke partij maar had wel sterke ideologische banden met de VVD. In die tijd was er binnen de JOVD een richtingenstrijd gaande over de toekomstige koers van het liberalisme. D'66 was een jaar eerder opgericht en een groep JOVD-ers voelde zich sterk aangetrokken tot het meer progressief liberale geluid van deze nieuwe partij. Maar die D'66- stroming heeft binnen de JOVD nooit de overhand gekregen.

Het voorlopige bestuur van de nieuw opgerichte afdeling Noord-West Veluwe van de JOVD zag er als volgt uit:
Voorzitter: Albert Panhuyzen
Secretaris/penningmeester: Peter Offerman (ik dus)
Tweede secretaris: Joke Overdijk uit Putten.

Dat betekende voor mij een heleboel extra werk, zoals het organiseren van bijeenkomsten, het leggen van contact met en uitnodigen van, liefst prominente, sprekers, het uitschrijven en versturen van de uitnodigingen aan de leden, het bijhouden van het kasboek, etc.

Ten behoeve van de contributie en donatie inkomsten, timmerde mijn vader, met frisse tegenzin, een houten geldkistje, waarop ook nog de letters JOVD werden geschilderd. Ik heb dat kistje vele jaren later teruggevonden in de inboedel van mijn ouderlijk huis en heb het nog ergens in mijn bezit. Als het ter zijner tijd weer eens opduikt, zal ik op deze plek alsnog een foto plaatsen van dit, voor de politieke geschiedenis van Harderwijk, zo belangrijke kleinood...

Gedurende de eerste paar maanden moest ik die werkzaamheden combineren met de laatste loodjes van mijn IVA-opleiding in Driebergen en vanaf herfst 1967 tot begin 1969 met mijn militaire diensttijd. Hoe het mij, als dienstplichtig soldaat, lukte om daarvoor geregeld vrij van dienst te krijgen zal ik beschrijven in een volgende blog.

Schilder's Nieuws- en advertentieblad  07-03-1968
Al vrij spoedig had onze afdeling enkele tientallen leden. Die leden wilden natuurlijk ook wel iets terug voor hun lidmaatschap en dat kregen ze ook. We organiseerden, gemiddeld één maal per maand een soort politiek café, door ons contact-bijeenkomsten genoemd. Meestal werden die bijeenkomsten gehouden in The Old Besi Inn op de Vischmarkt in Harderwijk.

In samenwerking met de VVD afdelingen in onze regio organiseerden we lezingen over actuele politieke onderwerpen. Wij, de jongeren, namen daarvoor in een aantal gevallen het voortouw en de VVD liftte dankbaar met ons mee. Het gebeurde ook wel eens andersom en in ieder geval kregen we van de VVD vaak wel de hoogst noodzakelijke financiële ondersteuning.

Onze eerste bijeenkomst werd reeds binnen een maand na de oprichting gehouden. Het betrof een causerie over het onderwerp "NATO en ontwapening", die op 5 april 1967 werd gehouden in een zaaltje van de Rooms-Katholieke kerk aan de Van Maerlantlaan. Een dergelijk onderwerp mocht zich in de hoogtijdagen van de koude oorlog in een grote belangstelling verheugen, zeker in een garnizoensstad als Harderwijk.


Schilder's Nieuws- en advertentieblad 03-04-1967
Er was in die periode, eind jaren zestig, meer ruimte voor de boodschap van de niet-confessionele partijen dan daarvoor. Dat gold inmiddels ook in veel van de regio's waar die partijen decennia lang nauwelijks concurrentie hadden ondervonden van partijen, waarvoor een bepaalde religieuze overtuiging niet de basis vormde. Het was een duidelijk teken dat de ontzuiling van onze samenleving op gang was gekomen.



Schilder's Nieuws- en advertentieblad
14-03-1968
Het feit dat we onze bijeenkomsten vrijwel uitsluitend in Harderwijk organiseerden veroorzaakte al vrij spoedig onvrede in de andere woonplaatsen, die tot onze afdeling behoorden.
Het leidde er toe dat op 4 maart 1968, dus een jaar na de opichting van onze afdeling, reeds een nieuwe afdeling van de JOVD ontstond voor de plaatsen Ermelo, Putten en Nijkerk.

Ik kan mij niet meer herinneren of Peter Overdijk, die in het krantenbericht wordt genoemd als penningmeester van het voorlopige bestuur ook familie was van Joke Overdijk, die in ons voorlopig bestuur 2e secretaris was. Zij woonden toen wel allebei in Putten, dus wellicht waren het broer en zus.

Ik weet niet ook niet hoe het verder is gegaan met deze afdeling; wel zag ik dat in 1981 een (her)oprichting heeft plaatsgevonden in Ermelo van de JOVD, afdeling NW-Veluwe, maar als ik het goed heb begrepen was dit initiatief een kort leven beschoren.
.
Het voortbestaan van dergelijke politieke jongerenorganisaties is vaak afhankelijk van het enthousiasme van een kleine groep jongeren. Zo gauw zij stoppen vanwege carrière en gezin gaat de afdeling ten onder.

Schilder's Nieuws- en advertentieblad  21-03-1968


Een politiek "incident"

In maart 1968 werd in het Schildertje een brief gepubliceerd die ik, in overleg met Albert Panhuyzen en buurman Daansen, had opgesteld.

Het betrof een reactie op een artikel in het januarinummer van het landelijke orgaan van de JOVD, "de Driemaster". Hierin werd op ironische wijze het apartheidsregime in Zuid Afrika onder vuur genomen. Het artikel ademde, als ik het mij goed herinner, meer de geest van D'66 dan die van de VVD.

De inhoud was de afdeling Ermelo van de CHJO in het verkeerde keelgat geschoten en had geleid tot een redactionele aanval op de JOVD. Voor mijn jongere lezers vermeld ik nog dat de CHJO de Christelijk Historische Jongeren Organisatie was. Deze was verbonden met de CHU (Christelijk Historische Unie), een van de drie confessionele partijen, die in de jaren zeventig fuseerden tot het CDA.

De inhoud van de brief spreekt voor zich en is hiernaast te lezen. Het was, voor zover ik mij herinner, het enige politieke "incident" waar ik ooit bij betrokken ben geweest.

VVD kopstukken

Tot de liberale voormannen die we, samen met de VVD, in de late jaren zestig voor een lezing naar onze regio wisten te halen behoorden:

Cornelis ("Cees") Berkhouwer (1919-1992); hij was in de tweede-kamer-fractie van de VVD woordvoerder justitie en later buitenlandse zaken. Hij was een groot voorstander van Europese samenwerking en is, na zijn vertrek uit de tweede kamer een aantal jaren voorzitter geweest van het Europees parlement. Toen ik hem belde om hem te vragen of hij bij ons wilde komen spreken was ik behoorlijk gespannen. Het was de eerste keer dat ik zo iets deed en ik vroeg mij af of ik geen hoongelach als reactie zou krijgen. Maar de heer Berkhouwer was allervriendelijkst en stelde voor meteen een datum te prikken voor zijn optreden in Harderwijk.

Schilder's Nieuws- en advertentieblad  04-04-1968
Hendrik ("Henk") Johan Lubert Vonhoff  (1931-2010); hij was indertijd defensiewoordvoerder binnen de tweede kamer fractie van de VVD en later staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk (CRM), burgemeester van Utrecht en commissaris van de koningin in Groningen.

Vonhoff gaf zijn lezing "Storm op zee of in een glas water" op 18 maart 1968 in Nunspeet en dat was toen een soort thuiswedstrijd voor hem. Zijn ouders waren, na de pensionering van zijn vader, naar Nunspeet verhuisd en stonden daar aan de basis van de, toen net nieuw opgerichte, lokale VVD afdeling.

De moeder van de heer Vonhoff was in die tijd een van de initiatiefneemsters van de nieuw opgerichte vrouwenafdeling NW-Veluwe van de VVD. Dit initiatief paste uitstekend in het tijdsbeeld van de late jaren zestig en de jaren zeventig, waarin de vrouwenemancipatie een aantal belangrijke impulsen kreeg.

Frederik ("Frits") Portheine (1923-1990); hij was een gedegen financieel-economisch specialist. Hij was o.m. lid van de Tweede-Kamer-fractie van de VVD en woordvoerder economische zaken, (kern)energiebeleid en midden- en kleinbedrijf . Hij hield zijn lezing in Ermelo. Het onderwerp en de spreker spraken mij totaal niet aan met als gevolg dat ik me van die lezing weinig of niets meer kan herinneren.

Schilder's Nieuws- en advertentieblad  13-06-1968
Willem Jacob ("Molly") Geertsema (1918-1991).
De heer Geertsema was in die tijd vice-voorzitter van de tweede kamer fractie van de VVD. Hij combineerde het (vice) fractievoorzitterschap met de functie van burgemeester te Wassenaar.
Later was hij nog minister van binnenlandse zaken en commissaris van de koningin in Gelderland.
Geertsema behoorde, in tegenstelling tot wat zijn geaffecteerde accent deed vermoeden, tot de linkervleugel binnen de VVD. Hij was een verklaard voorstander van samenwerking met de PvdA en was een van de eerste politici die opkwamen voor de rechten van homoseksuelen in de samenleving.

Hij kwam samen met zijn vrouw naar Harderwijk en we aten, voorafgaande aan zijn lezing, samen met hen in "De Coninckskelder". Dat was in die tijd een soort bistro, gevestigd in de Vijhestraat, waar je onder meer, flink doorbakken, biefstuk met champignons en kruidenboter kon eten en dat vormde toen zo ongeveer het toppunt van het culinaire kunnen in Harderwijk...

Geen telefoon in Vierhouten

Het echtpaar Geertsema leerde ik die avond kennen als bijzonder aangename mensen. Het bleek dat ze hun weekends geregeld doorbrachten in een houten groepsverblijf van de scouting op de Vierhoutense heide. Als de scouts het niet nodig hadden mocht de familie Geertsema het gebruiken. Ik ben daar later, samen met Albert Panhuyzen, nog een keer bij hen op bezoek geweest.
Het huis lag aan het eind van een zandpad en had een zeer primitieve inrichting. De Geertsema's vonden dat prachtig. Het mooiste vonden ze dat ze er niet gestoord konden worden en dat ze daar de hectiek van de Haagse politiek even konden ontvluchten. Er was geen telefoon in dat huis en mobiele telefoon en internet bestonden nog niet. Ze waren er kortom onbereikbaar.

Ik vroeg toen aan de heer Geertsema hoe dat dan moest in geval van een plotselinge crisissituatie.
"Daar hebben we natuurlijk wel aan gedacht", antwoordde hij.
"En we hebben er het volgende op gevonden. Als we op vrijdagmiddag of zaterdagmorgen hier naar toe gaan. geef ik het telefoonnummer van de beheerder van het postagentschap in Vierhouten aan mijn secretaresse of, als zij zelf ook weg is, aan een van mijn andere naaste medewerkers. Als er dan echt stront aan de knikker is in Den Haag, bellen ze dat nummer. De postmeester, waar we ons altijd even melden als we hier het weekend zijn, stapt dan op zijn motorfiets en komt hier naar toe. Ik stap dan bij hem achterop om in zijn kantoortje te bellen en wandel dan na afloop van mijn telefonade terug. En als het echt moet, rijden we eerder dan gepland terug naar het westen. In de paar jaar die we hier nu geregeld komen is dat gelukkig pas een keer nodig geweest".

Tijdens dat bezoek aan Vierhouten, probeerde de heer Geertsema mij ook uit te leggen waarom hij zo gefascineerd was door cricket. Ik denk dat hij een van de weinige Nederlanders was die de geheimen van deze zo Britse sport wist te doorgronden. Maar hij had dan ook in zijn gedrag veel weg van een echte ouderwetse gentleman.
Vele jaren later hoorde ik van een nichtje van mij, die verpleegkundige was, dat zij toevalligerwijze de heer Geertsema in zijn laatste levensfase heeft verzorgd. Ze noemde hem een echte heer en een buitengewoon vriendelijk en bijzonder mens. Daar valt, wat mij betreft, niets op af te dingen.

De VVD

In 1968 werd ik naast JOVD lid ook lid van de VVD. Het liberale gedachtegoed werd volgens de VVD geschreven met drie V's. Die stonden voor Verdraagzaamheid, Vrijheid en Verantwoordelijkheid en dat waren begrippen, waar ik mij uitgesproken door aangetrokken voelde.

Schilder's Nieuws- en advertentieblad 10-6-1970
Ik had toen ook kunnen kiezen voor het lidmaatschap van D'66 maar die partij stond in Harderwijk nog niet op de kaart.
Ik werd in dat jaar 21 en vanaf die leeftijd kon je lid worden van een "grote mensen partij".
Ik bezocht in de twee jaren daarna trouw de bijeenkomsten die de afdeling Harderwijk organiseerde. Die bijeenkomsten vonden vrijwel altijd plaats bij hotel Baars.

Het nieuwe bestuur van de VVD in 1969
Schilder's Nieuws- en advertentieblad  01-05-1969
De Harderwijkse medeleden, waarmee ik in die tijd het meest contact had waren, naast afdelingsvoorzitter (tot medio 1969) en buurman Barend Daansen:

Jan Smit, de directeur/eigenaar van het gelijknamige touringcar bedrijf en van de Harderwijkse Citroen garage.

Jan van Bijsteren van de gelijknamige palingrokerij aan de boulevard en van de viskraam op de Markt.
Ik kocht wel eens paling bij de rokerij van Jan. Als er verder geen klanten waren zei Jan dan:
"Kom maar even mee naar achteren want deze palingen hier zijn eigenlijk meer voor de toeristen". In de rokerij hingen de mooiste palingen, nog half warm in de rookkanalen. "Deze moet je hebben", zei Jan dan, "proef maar". Hij haalde dan een paar van die palingen van de rooklijn en die aten we dan uit het vuistje op. Dat waren natuurlijk de lekkerste palingen die je kon krijgen.

Generaal-Majoor G.H. ("Bob") Christan,
De eerste vermelding in het Schildertje van Christan in de omgeving Harderwijk, is als kolonel en commandant legerplaats Ermelo ( 28/03/1958); in de krant van 12/07/1963 wordt hij voor het eerst genoemd als generaal-majoor en commandant van de vierde divisie van de Koninklijke Landmacht.

Met hem heb ik eens een indringende discussie gehad over mijn standpunt inzake kernwapens. Ik was het in die tijd op vrijwel alle punten eens met de standpunten van de VVD maar niet op dat ten aanzien van de nucleaire bewapening. Vanaf het moment dat ik begreep wat kernwapens konden aanrichten, heb ik ze altijd beschouwd als de meest verwerpelijke uitvinding die de mens ooit heeft gedaan en ik was onder geen voorwaarde bereid dat standpunt te herzien.
Tijdens de discussie memoreerde de heer Christan het feit dat vele Nederlanders die destijds in de Jappenkampen waren geïnterneerd, bijzonder blij waren met de bespoediging van het einde van de Tweede Wereldoorlog, dankzij de Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Voor het standpunt van die mensen had en heb ik alle begrip.
Maar voor het overige bleef ik vasthouden aan mijn mening dat het bezit van en daarmee de bereidheid tot het inzetten van nucleaire wapens in een conflict onaanvaardbaar was. Christan stelde toen dat dit standpunt weliswaar afweek van het officiële partijstandpunt van de VVD maar dat er voor een dergelijke principiële houding ruimte moest bestaan binnen de partij. Daarmee was deze discussie ten einde en dronken we samen nog een glaasje bier.

Na zijn pensionering is de heer Christan nog jaren bestuurslid geweest van de plaatselijke afdeling van de VVD.  Daarnaast was hij tussen 1970 en 1978 wethouder met de portefeuilles Financiën, Onderwijs, Cultuur, Recreatie en Personeelszaken ( later ook Sportzaken).
In de Harderwijkse raad trokken de VVD en de PvdA vaak samen op als tegenwicht voor de confessionele partijen. En daarmee deden ze, op gemeentelijk niveau, hetzelfde dat de heer Geertsema indertijd al bepleitte in de landelijke politiek.

De nieuwe gemeenteraad in 1970 bestond uit 20 mannen en 1 vrouw. Op deze foto het kakelverse college van B&W: v.l.n.r. de heer P. van Kalsbeek, mevr. Mr. H.A. Strijd-Groenewegen, burgemeester G.J. Numan, secretaris S. Sikkes, de heer D. Klaasen (aan het woord) en de heer Christan (dus uiterst rechts).
Schilder's Nieuws- en advertentieblad 31-08-1970

Schilder's Nieuws- en advertentieblad 22-10-1998
De heer Christan was jaren lang actief in verschillende besturen. Zo werd hij in 1974 lid van de stichtingsraad van Het Gelders Orkest. In de jaren '90 was hij o.m. voorzitter van de Vereniging tot Wering van de Bedelarij (door Werkverschaffing), de oudste instelling op het gebied van maatschappelijk werk in Harderwijk die werd opgericht in 1850.
In die hoedanigheid gaf hij 3 schilderijen in bruikleen aan het Veluws Museum.

In 1998 werd aan hem het eerste exemplaar van het standaardwerk "De Geschiedenis van Harderwijk" (eindred. J. Folkerts) overhandigd.

Ik heb hem voor het laatst gesproken in 1994, bij de uitvaartplechtigheid van mijn moeder. Ik herinner mij hem als een kleine en bescheiden man met een groot verstand en een innemende persoonlijkheid.

Gemeenteraadsverkiezingen

Daar stond ik dan als laatste op de lijst!!
Schilder's Nieuws- en advertentieblad 12-03-1970
Zoals boven al te lezen viel, werden in het voorjaar van 1970 gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Voorafgaand daaraan moesten de partijen die meededen een lijst met kandidaten inleveren. Die lijsten werden tijdens een afdelingsvergadering opgesteld. Zo ook bij onze plaatselijke VVD afdeling.

Ik was er toen natuurlijk erg trots op, dat mijn naam prijkte op de kandidatenlijst. Ik was tenslotte pas 23 jaar. Het is echter uiteindelijk niet zo ver gekomen, want kort daarna ben ik uit Harderwijk vertrokken en mijn plaats op de lijst werd ingenomen door  Mr. H.C. Vos, die zich niet meer verkiesbaar had gesteld maar nu als lijstduwer fungeerde.

Het hoe en waarom van mijn vertrek zal ik behandelen in een blog die nog in het verschiet ligt.

Hierna ben ik niet meer actief geweest in de politiek.
Had mijn leven anders gelopen, als ik in Harderwijk was gebleven? Had ik dan wellicht een loopbaan in de politiek gehad? Niemand zal het weten...


Het is aardig om te zien dat in de advertentie de beroepen werden vermeld
Schilder's Nieuws- en advertentieblad 21-5-1970

Opmerkelijk is dat ook de adressen werden vermeld,
dus toen geen privacy- of veiligheidsoverwegingen...
Schilder's Nieuws- en advertentieblad 21-5-1970

Wel kan ik vast verklappen dat mijn politieke standpunten vanaf de jaren zeventig, tot vreugde van mijn ouders, zijn opgeschoven naar een meer linkse plek binnen het politieke spectrum en dat ik mijn lidmaatschap van zowel de VVD als de JOVD in januari 1971 beëindigde.








Ik kan mij absoluut niet meer herinneren hoe het verder is gegaan met "onze" afdeling van de JOVD , na de beëindiging van het lidmaatschap en na mijn vertrek uit Harderwijk. Waarschijnlijk heb ik dit op afstand nauwelijks meer kunnen volgen.


Naar ik van de website van de JOVD heb begrepen, is de dichtstbijzijnde afdeling van de JOVD momenteel die van Zwolle.....

Geen opmerkingen:

Een reactie posten