woensdag 15 mei 2013

Van stadsgas naar aardgas


Het staat er niet bij in welke Veluwse gemeente dit is gebeurd,
maar het kan natuurlijk zo maar Harderwijk zijn geweest...
Overveluwsch Weekblad, 21-06-1882
In mijn jongste jeugd werden de wegen in de omgeving van ons huis nog verlicht met lantaarns die werkten op kolengas, ook wel stadsgas genoemd.

De lantaarns werden, voor zover ik mij herinner, s'avonds door een lantaarnopsteker stuk voor stuk aangestoken.

Het uitschakelen van de gaslantaarns gebeurde tegen het einde van de avond automatisch met behulp van een afsluitklep die was gekoppeld aan een mechanisch tijdmechanisme.

 Gezicht op de haven met links de Gasfabriek. Prentbriefkaart vervaardigd door E. Schilder.
Bron: collectiegelderland.nl: Stadsmuseum Harderwijk







Het gas werd geproduceerd bij de Harderwijkse gasfabriek die was gevestigd aan de haven, op het terrein waar nu het gemeentehuis staat. Uit de krantenarchieven blijkt, dat de eerste gasverlichting in Harderwijk tot stand kwam in 1858. Ook las ik dat in 1861 werd besloten tot de oprichting van een gasfabriek, die een investering vergde van 60.000 gulden. Waar het gas tussen 1858 en 1861 vandaan kwam heb ik niet kunnen achterhalen.

Overveluwsch Weekblad, 05-11-1864
Voor de fabricage van het fabrieksgas werd gebruik gemaakt van cokes, een soort steenkool met een hoog gasgehalte. Deze cokes werden, gezien de "couranten" reclames uit die tijd, ook wel te koop aangeboden door de gasfabriek.



Overveluwsch Weekblad, 19-08-1865

Nadat de cokes waren uitgegast, bleven er sintels over voor de fabricage van kalk. Ook die gaskalk was bij de gemeentelijke gasfabriek te koop. Men heeft eens de kapitale fout gemaakt om de Harderwijkse stadsweiden met kalk van deze sintels te bestrooien teneinde de zure grond te verbeteren. Het gevolg was dat het gras "verbrandde" omdat de kalk zgn. ongeblust was.

Lange kooktijden

Mijn moeder kookte tot begin 1958 nog op fabrieksgas en dat vergde veel planning. Omdat ons huis hoger lag dan de, aan de haven gelegen, gasfabriek was de maximale gasdruk bij ons thuis minimaal. Bovendien moest het gas worden getransporteerd over een afstand van ongeveer 3 kilometer en dat hielp ook niet echt. Ik heb mij later wel eens afgevraagd hoe men dit probleem wist op te lossen bij het nog wat hoger en verder weg gelegen sanatorium Sonnevanck en de nabij het sanatorium gelegen huizen.
Als gevolg van die lage gasdruk produceerden de pitten van ons fornuis maar heel kleine vlammetjes en als je de kraantjes lager draaide gingen de pitten meteen uit. Daarbij kwam ook nog dat de calorische waarde van het fabrieksgas lager was dan die van aardgas. Het gevolg van dit alles was dat mijn moeder dagelijks uren nodig had om een warme maaltijd te produceren. We aten in die tijd tussen de middag warm en mijn moeder begon, naar ik mij herinner, al snel na het ontbijt met het koken van aardappelen en groenten. Voor suddergerechten, zoals peertjes en draadjesvlees, gebruikte zij een petroleumstel, zoals bijna alle huisvrouwen in die tijd. Helaas is het petroleumstel, waarmee culinaire wondertjes werden verricht, in later tijden in onbruik geraakt.


 De revolutie van het aardgas

Al in 1923 werd er in ons land aardgas bij Winterswijk gevonden. In 1948 vond de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) aardgas in enkele kleinere gasvelden nabij Coevorden in Drenthe. Verder werd er ook gas gevonden in De Wijk (1949), Staphorst (1950), Wanneperveen, Tubbergen (1951) en Denekamp (1952). Coevorden was in 1951 de eerste gemeente in Nederland die aardgas kreeg geleverd. In de jaren 1952-1959 werd in veel gemeenten in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en een gedeelte van Gelderland het fabrieksgas vervangen door het goedkopere gas uit de aardgasbronnen in Drenthe en Overijssel . Op 29 mei 1959 werd het eerste Groningse gas ontdekt, deel van het grote aardgasveld van Slochteren. Deze vondst leidde tot het besluit om ook de rest van Nederland aan te sluiten op aardgas (bron: Aardgaswinning in Nederland-Wikipedia).
De omschakeling naar aardgas en de voorlichting erover aan de huisvrouwen was in die tijd een "hot item".
Er werd dan ook een uitgebreide 1-april grap aan gewijd.
De Waarheid 31-03-1953

Schilder's nieuws-en advertentieblad, 05-03-1954
Vanaf 1954 werden in onze regio voorbereidingen in gang gezet die moesten leiden tot de overgang op aardgas. Maar nog in de gemeenteraadsvergadering van mei 1953 werd gemord over de voorgestelde prijsverhoging van het fabrieksgas, vanwege de stijging der gaskolenprijzen. Men vond de prijs van het fabrieksgas te hoog voor vele minder draagkrachtigen; bovendien vond men de kwaliteit niet goed. "Algemeen was de klacht dat het fabrieksgas slecht was. Men schakelt over op butagas, dat geeft meer warmte." (Bron: Schilder's nieuws-en advertentieblad, 22-05-1953). De omschakeling van kolen-op aardgas zou voor de kleingebruikers 10-15 % voordeliger zijn en voor de grootverbuikers zelfs 50 %. (Bron: Schilder's nieuws-en advertentieblad, 20-12-1957).

Nunspeets Nieuws en Advertentieblad, 29-01-1954
Op 1 juli 1956 werden de gemeentelijke gasbedrijven op de Veluwe opgeheven. Verantwoordelijk voor de levering van gas in ons deel van het land werd de Novegas, de N.V. Maatschappij tot Gasvoorziening van de Noord Veluwe, de eerste 2 jaar onder directie van de GAMOG, de N.V. Maatschappij tot Gasvoorziening Oost-Nederland.
De eerste aandeelhoudersvergadering van Novegas werd gehouden op 20 april 1954 in de raadzaal van het gemeentehuis te Harderwijk. De voorzitter van de Raad van Commissarissen van Novegas was de bekende Harderwijkse burgemeester Numan.

Harderwijk was in 1957/58 aan de beurt om over te stappen op aardgas.
Op 10 december 1957 werden de eerste 900 aardgas-aansluitingen in Harderwijk gerealiseerd. Op 11 februari 1958 volgden 1300 aansluitingen, terwijl eind maart/begin april 1958 de rest van de woningen (dat waren er ongeveer 1100) in de aardgasvoorziening werden opgenomen.  Op 15 april 1958 werden in Harderwijk de laatste aansluitingen op aardgas gerealiseerd en werd de levering van fabrieksgas en de verkoop van gascokes en gaskalk beëindigd.

Aardgas bij ons thuis

Mijn moeder kocht hier ook haar gasfornuis
Schilder's nieuws-en advertentieblad, 25-10-1957
Eind 1957 ruilde mijn moeder haar oude fornuis in voor een nieuw aardgasfornuis. Zij zocht dat nieuwe fornuis uit tijdens een bezoek aan de "toonzaal" van de Gamog. Die toonzaal had men gedurende de herfst en de winter van 1957/58 speciaal ingericht in de gemeentelijke Concertzaal op de hoek van de Markt en de Donkerstraat "om de gasgebruikers voor te lichten omtrent de ombouw van gastoestellen, nodig door de omschakeling op aardgas" en natuurlijk voor de verkoop van nieuwe fornuizen en andere toestellen op aardgas.

De overschakeling vond bij ons thuis begin 1958 plaats en dat betekende voor mijn moeder niets minder dan een revolutie. De benodigde kooktijden bedroegen nog maar een fractie van die van voorheen. In de begin periode brandde er als gevolg hiervan nog wel eens iets aan maar al spoedig was mijn moeder gewend aan de nieuwe kookmethode.

In het fornuis zat ook een oven en mijn moeder kreeg daar het boekje "Gasoven geheimen. Wenken en recepten voor het gebruik van de gasoven." bij, uitgegeven door de Vereniging van Gasfabrikanten in Nederland. Vaak stond de eigen naam van de oven erop, zoals Pelgrim, Etna of Atag.

Volgens mij hebben in die jaren honderdduizenden Nederlandse huisvrouwen, en misschien ook al wel een enkele huisman, dit boekje talloze malen geraadpleegd bij het bereiden van nieuwe gerechten.



Het ging niet altijd goed bij de omschakeling naar aardgas!
Schilder's nieuws-en advertentieblad, 18-04-1958

Voor de kolenboeren betekende de komst van het aardgas niet veel goeds want in de daaropvolgende jaren gingen steeds meer gezinnen er toe over om de oude kolenhaard in te ruilen voor en exemplaar op gas. Daarmee was deze bedrijfstak gedoemd om op den duur te verdwijnen.

Zelf hadden wij de eerste jaren nog wel een kolenhaard in huis maar ook die werd in de loop van de jaren zestig vervangen door een exemplaar op gas. En in de andere kamers (en de wc) van ons, slecht geïsoleerde en in de winter dus heel erg koude, houten huis kwamen in de jaren zestig zogeheten gevelkacheltjes, die uiteraard ook op aardgas werkten.


 Gas(t)arbeiders

De hoofdleiding van het aardgasnet liep vlak langs ons huis. Van hier uit ging hij verder naar het westen. Het aan elkaar lassen van de enorme buizen was een uiterst secuur werkje. Er waren in Nederland in die tijd geen mensen te vinden die dat konden doen. Voor dat laswerk werden lassers uit Algerije, dat toen nog een Frans departement was, aangetrokken. Ze hadden de kunst daar geleerd in de Noord-Afrikaanse netwerken van olie en gaswinning.  Ik heb met bewondering staan kijken naar de werkzaamheden die deze gas(t)arbeiders in de omgeving van ons huis verrichtten en ik heb daarvan ook enkele foto's gemaakt.
Mijn vader vertelde dat het zulk ingewikkeld werk was en dat zo weinig mensen deze lastechniek beheersten, dat daarom die Algerijnse lassers een fortuin verdienden.

Werkzaamheden rond het kruispunt Leuvenumseweg,
overgaand in de Deventerlaan en de Boekhorstlaan
De Ceintuurbaan en A 28 waren toen nog niet aangelegd
Coll. P. Offerman
Naats de grote Caterpillar kraanwagen lijkt een Algerijnse arbeider te staan
Coll. P. Offerman
Hier komt de kraanwagen aanrijden met de aardgasbuizen
Coll. P. Offerman



Het leggen van de aardgasbuizen langs wat waarschijnlijk de Leuvenumseweg is
Coll. P. Offerman

Op bepaalde plekken, zelf denk ik dat het de plaatsen van de lassen zijn, werden boven de pijpleiding paaltjes geplaatst met een kleurindicator. Als die indicator verkleurt, betekent dat een lek in de leiding ter plaatse. Op gezette tijden vloog een helikopter van de Gasunie met een inspecteur op geringe hoogte over het leidingennet om de paaltjes te controleren. Het is mij niet bekend of deze inspectie methode momenteel nog steeds wordt toegepast.

Zo kwam na 100 jaar een einde aan de levering
van stadsgas door de gemeentelijke gasfabriek.
Schilder's nieuws-en advertentieblad, 20-12-1957

Al meteen in 1958 werd de complete inventaris van de
inmiddels overtollige gasfabrieken in de regio geveild.
Schilder's nieuws-en advertentieblad, 16-05-1958




































De straatverlichting in onze buurt was inmiddels overgeschakeld op elektriciteit en de lantaarnopsteker was uit het Harderwijkse straatbeeld verdwenen...

NB Door te klikken op foto's en afbeeldingen kunnen sommige worden vergroot!





Geen opmerkingen:

Een reactie posten